Versnelling van de energietransitie

Versnelling van de energietransitie
Duurzaamheid

De traagheid en complexiteit van de vergunningsprocedures worden gezien als een grote hindernis voor de revolutie op het gebied van hernieuwbare energie en voor het concurrentievermogen van de sector. Het kan tot 9 jaar duren om een vergunning te krijgen voor windenergieprojecten en tot 4,5 jaar voor fotovoltaïsche projecten op de grond. De heterogene wachttijden voor vergunningen in de verschillende lidstaten tonen aan dat nationale regels en administratieve capaciteiten de procedures voor het verlenen van vergunningen bemoeilijken en vertragen. Om bij te dragen tot snellere vergunningsprocedures voor projecten rond hernieuwbare energie en de bijbehorende infrastructuur, wijzigt de Commissie haar voorstel voor een richtlijn inzake energie uit hernieuwbare bronnen. Het herziene voorstel moet het beginsel dat hernieuwbare energie van groot openbaar belang wordt geacht, operationeel maken, zones voor de versnelde invoering van hernieuwbare energie aanwijzen en andere middelen invoeren om het vergunningsproces te verkorten en te vereenvoudigen en tegelijk de risico's en negatieve milieueffecten tot een minimum te beperken.

Het hervormingsvoorstel Versnelling van de energietransitie in het kader van REPowerEU zou uit 4 deelcomponenten bestaan, waarvan de eerste is gericht op de herziening van het referentiekader voor windenergie en de tweede op de herziening van het kader voor planning en het verkrijgen van vergunningen. Een derde component, gericht op de hervorming van de Natuurbeschermingswet, zou kunnen worden opgenomen, en een vierde en laatste component betreft maatregelen om de geleidelijke uitfasering van stookolie te hervormen.

Voor de herziening van het referentiekader voor windenergie is besloten dat het kader van 2013 zal worden vereenvoudigd en bijgewerkt om:

  • Te specificeren dat de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen van "hoog openbaar belang" is en dat de energieonafhankelijkheid een "doelstelling van algemeen belang" is;
  • De doelstelling voor de opwekking van windenergie aan te passen volgens deze nieuwe klimaatambitie;
  • De beste beschikbare technologieën te gebruiken, wat leidt tot de installatie van hogere en krachtigere windturbines die ook steeds verder uit elkaar komen te staan, zodat het aantal masten in eenzelfde gebied wordt verminderd;
  • De afstand van de masten tot woongebieden aan te passen, daarbij rekening houdend met het decreet over de sectorale voorwaarden:
    • de minimale afstand tussen de mast van een windturbine en een woonwijk is 500 meter, plus de helft van de hoogte van de windturbine;
    • De vaste afstand van 400 m tot een afzonderlijke woning (buiten woongebieden) blijft van kracht;
  • De verplichting om minimaal 5 masten te installeren te wijzigen:
    • In het geval van REPowerEU-projecten, waarbij hogere en krachtigere windturbines worden geïnstalleerd, op voorwaarde dat de totale productiecapaciteit van de nieuw geïnstalleerde turbines ten minste gelijk is aan die van het windmolenpark dat wordt vervangen;
    • In het geval van nieuwe windmolenparken, het groeperen van windturbines aanmoedigen en de aantasting van het landschap beperken, terwijl het algehele potentieel van het gebied wordt gemaximaliseerd;
  • De algemene leesbaarheid van de tekst te behouden en tegelijkertijd te proberen om het referentiekader en alle mijlpalen die het bevat te vereenvoudigen.

Bij de herziening van het referentiekader zal de mogelijkheid worden onderzocht om specifieke, of zelfs minder beperkende, voorwaarden op te leggen voor de repowering van bestaande windmolenparken en voor windturbines in de buurt van woningen die afwijken van het sectorplan.

Voor de herziening van het plannings- en vergunningskader, wordt voorgesteld om de herzieningen van de RED aan te passen in de alinea's met betrekking tot vergunningen (15 en 16), namelijk:

De Commissie stelt voor om het streefcijfer van de richtlijn hernieuwbare energie te verhogen tot 45% tegen 2030, vergeleken met het cijfer van 40% in "Fit for 55", die op 27 juni jongstleden door de Europese Raad werd goedgekeurd;

Bij artikel 1, lid 4, wordt een nieuw artikel 15 ter ingevoegd, dat de lidstaten ertoe verplicht om 1 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn de land- en zeegebieden op te lijsten die nodig zijn voor de installatie van energieproductie uit hernieuwbare bronnen, teneinde hun nationale bijdrage aan het streefcijfer voor hernieuwbare energie voor 2030 te halen;

Bij artikel 1, lid 5, wordt een nieuw artikel 15 quater ingevoegd, dat de lidstaten ertoe verplicht om uiterlijk 2 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn een of meer plannen aan te nemen waarbij "zones voor hernieuwbare energie" worden aangewezen, d.w.z. gebieden die bijzonder geschikt zijn voor de installatie van energieproductie uit hernieuwbare bronnen (geen significante gevolgen voor het milieu). Deze plannen worden openbaar gemaakt;

Artikel 1, lid 6, vervangt artikel 16 van Richtlijn (EU) 2018/2001, waarbij het toepassingsgebied van de vergunningsprocedure wordt uitgebreid, de start van de vergunningsprocedure wordt verduidelijkt en de snelste administratieve en gerechtelijke procedures verplicht worden gesteld voor beroepen in verband met een aanvraag voor projecten voor hernieuwbare energie. Artikel 1, lid 7, wordt aangevuld met een nieuw artikel 16 bis, dat de vergunningsprocedure in zones voor toegang tot hernieuwbare energie regelt;

Bij artikel 1, lid 8, wordt een nieuw artikel 16b ingevoegd, dat de vergunningsprocedure buiten de zones voor toegang tot hernieuwbare energie regelt;

In artikel 1, lid 10, wordt een nieuw artikel 16d ingevoegd om ervoor te zorgen dat installaties voor de opwekking van hernieuwbare energie, hun aansluiting op het net, het net zelf of de opslagactiva worden beschouwd als zijnde van groot openbaar belang voor specifieke doeleinden.

Daarom wordt in dit stadium overwogen om de regels en procedures voor de afgifte van omgevingsvergunningen (CoDT, decreet betreffende milieuvergunningen) en de procedures voor de beoordeling van milieueffecten (Code de l’environnement) te wijzigen via specifieke wet- en regelgeving.

De hervorming van het procedurele kader voor het verkrijgen van milieuvergunningen zal ook tot doel hebben het behoud van de productie toe te staan door het planningsgedeelte van de unieke vergunning te verlengen. Dat zal het mogelijk maken de productie in stand te houden met ongewijzigde of verminderde overheidssteun en productieonderbrekingen te voorkomen, wat des te crucialer is in de context van REPowerEU en stijgende energieprijzen. Productiesteun wordt toegekend voor een periode die onafhankelijk is van de duur van de licentie. Indien de periode voor het toekennen van groenestroomcertificaten wordt verlengd, wordt de extra steun zo nauwkeurig mogelijk berekend. Het decreet van 22 juni 2016 tot wijziging van de milieuwetgeving (Code de l’environnement), de waterwetgeving (Code de l'eau) en diverse decreten met betrekking tot afval- en milieuvergunningen zal worden gewijzigd zodat het stedenbouwkundige deel van de omgevingsvergunning kan worden verlengd van 20 tot 30 jaar voor vergunningen die al zijn verleend in gevallen waarin een procedure met betrekking tot repowering van het park loopt.

Voor de hervorming van de natuurbeschermingswet, bepaalt het hervormingsontwerp dat:

  • de planning, bouw en exploitatie van installaties voor de productie van energie uit hernieuwbare bronnen, de aansluiting van dergelijke installaties op het net, het bijbehorende net en de opslagcapaciteit worden beschouwd als zijnde van groot openbaar belang en in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid in de zin van de Europese richtlijnen 92/43 inzake de bescherming van habitats en soorten en 2009/147 inzake de bescherming van vogels;
  • De Waalse regering zal projecten kunnen vrijstellen van een evaluatie van de gevolgen voor de biodiversiteit, indien ze zich situeren in een gebied dat erkend is als "gunstig voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie" en dat het voorwerp heeft uitgemaakt van een milieueffectenbeoordeling, en dat op voorwaarde dat er voldoende maatregelen zijn genomen om de gevolgen van het project voor de biodiversiteit te beperken en te verzachten en, indien nodig, om ze te compenseren door middel van compensatiemaatregelen, eventueel van financiële aard, die het mogelijk maken om de mogelijk beïnvloede soorten in stand te houden;
  • Compensatiemaatregelen die de biodiversiteit ten goede komen, kunnen (in geschikte gebieden) aanleiding geven tot een financiële transactie van de kant van projectontwikkelaars. Ze kunnen ook door de projectsponsor worden overgedragen aan een derde partij, die dan verantwoordelijk is voor de implementatie ervan, en dat zowel voor projecten binnen als buiten deze gebieden.

Ongeveer 635.000 woningen in Wallonië gebruiken stookolie voor verwarming en sanitair warm water, wat overeenkomt met ongeveer 40% van de Waalse woningen (Bron– bilan énergétique wallon, SPW, cijfers 2020). Uitgaande van een levensduur van ongeveer 25 jaar moet de vernieuwing van de faciliteiten al in 2025 beginnen, met als doel om tegen 2050 koolstofvrije installaties te hebben.

Deze hervorming zal onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het gebruik ervan in gebouwen rechtstreeks verminderen. In veel gevallen zal dit worden gecombineerd met inspanningen om gebouwen te renoveren om hun energie-efficiëntie te verhogen en de totale energievraag te verlagen.

Deze hervorming zal ook investeringen in hernieuwbare energie ondersteunen. Het plan bestaat erin om bestaande olie- en kolengestookte installaties te vervangen door systemen zoals warmtepompen, biomassakachels en -boilers, warmtenetten en zonneboilers.

Verantwoordelijke overheid Waalse overheid
SDGs Dit project levert een bijdrage aan minstens één van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties
Betaalbare en duurzame energie
Betaalbare en duurzame energie
Waardig werk en economische groei
Waardig werk en economische groei
Industrie, innovatie en infrastructuur
Industrie, innovatie en infrastructuur
Duurzame steden en gemeenschappen
Duurzame steden en gemeenschappen
Klimaatactie
Klimaatactie
Leven op het land
Leven op het land
Vandaag

oktober 2024

inwerkingtreding

Uit te voeren

(1) Inwerkingtreding van de hervorming van de wet inzake natuurbehoud, waarbij de procedures voor de beoordeling van de effecten van projecten voor elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare bronnen op de biodiversiteit in gebieden die worden gedefinieerd als "versnellingsgebieden voor hernieuwbare energie", worden vereenvoudigd.
(2) Inwerkingtreding van het herziene referentiekader voor windenergie, met het oog op de verankering van het doorslaggevende publieke belang van hernieuwbare energie; aanpassing van de afstand van de masten tot de habitats, modulering van de verplichting om een minimumaantal van 5 masten te installeren; aanpassing van de ambities van installaties voor hernieuwbare energie aan de beste beschikbare technologieën.

april 2025

inwerkingtreding

Uit te voeren

(1) Inwerkingtreding van de herziening van het Waalse regeringsdecreet betreffende de energieprestatie van gebouwen, waarbij kolen en stookolie voor verwarming en sanitair warm water worden verboden in nieuwe gebouwen vanaf 1 maart 2025 en in bestaande gebouwen vanaf 1 januari 2026.

Meer projecten rond duurzaamheid